Fluweelboleet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Xerocomus subtomentosus)
Fluweelboleet
Fluweelboleet
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Boletales (Boleten)
Familie:Boletaceae
Geslacht:Xerocomus
Soort
Xerocomus subtomentosus
(L.) Quél. (1888)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De fluweelboleet (Xerocomus subtomentosus, basioniem: Boletus subtomentosus) is een eetbare paddenstoel uit de familie Boletaceae. Het is een ectomycorrhizapartner van loof- en naaldbomen in gemengde bossen, bij voorkeur op wat voedselarmere, zandige tot lemige grond. Tamelijk algemeen in de duinen en de hoge zandgronden.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Hoed

Het is een tamelijk forse boleet, variabel: de hoed is middelbruin, geelbruin tot rossig bruin, olijfbruin, groenachtig of geel, fijn viltig, jong soms bijna glad, later dikwijls openbrekend.

Buisjes en poriën

De buisjes zijn aangehecht of iets aflopend, geel, geelbruin tot geelgroen. De poriën zijn vrij grof, vaak ongeveer hoekig en hebben een diameter groter dan 0,5 mm. De kleur is helder geel later groengeel, blauw verkleurend bij kneuzing.

Steel

De steel is cilindrisch of naar de voet versmald, crème tot geel, vaak met onregelmatige lengteribbels die soms een grofmazig net vormen. De myceliumstrengen aan de voet zijn wit gekleurd.

Vlees

Het vlees is bleek- tot heldergeel, soms met een rossige tint in de voet, niet of langzaam blauw verkleurend.

Microscopische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De sporen zijn bleekgeel, elliptisch tot spoelvormig en meten 10,0-16,5 × 4,5-6,0 µm, Q-getal 1,8 tot 2,9 en Q-avg 2,2 tot 2,6. De apiculus heeft een duidelijk deukje. De clavate basidia zijn 25 tot 35 (40) × 7 tot 10 µm groot. De cystidia zijn spoelvormig tot flesvormig en afgerond aan de punt; ze meten 35 tot 60 × 7 tot 11 µm. De hoedhuid heeft rechtopstaande hyfenuiteinden met geelbruine eindcellen. Deze zijn lang en dun (40 × 15 µm).

Vergelijkbare soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Hij kan worden verward met de:

  • Roodsteelfluweelboleet (Boletus chrysenteron); deze soort is zeldzamer, roodbruin en fluwelig. Door druk wordt de kleur donkerbruin. De opperhuid barst zelden en ook de roze kleur onder de opperhuid ontbreekt.
  • Bruine fluweelboleet (Xerocomus ferrugineus); deze soort is eveneens variabel in kleur en verschilt voornamelijk in het witte vlees, geel basaal mycelium en iets bredere sporen.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

De fluweelboleet vormt mycorrhiza met loofbomen, vooral eik (Quercus), minder vaak beuk (Fagus), zelden met naaldbomen (vooral den (Pinus)). Hij komt voor in loof- en gemengde bossen en beplante wegbermen, vooral op voedselarme, humusarme, zandige bodems.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De fluweelboleet is meridionaal tot boreaal verspreid, mogelijk ook boreo-subtropisch. Hij komt voor in Noord-Amerika, Europa, Noord-Afrika, Centraal-Azië, Japan en waarschijnlijk ook in Indonesië. In Europa komt de soort overal voor, behalve in de meest noordelijke regio's.